
Hierbij een uitgebreid interview van VI PRO met SC Heerenveen trainer Robin Veldman.
SC Heerenveen streeft ernaar deel te nemen aan het Europees voetbal, maar het gebrek aan capaciteit om wedstrijden te killen zal de ploeg voorlopig kostbaar maken. Robin Veldman (39) bespreekt zowel de start van dit seizoen als zijn eigen carrière als hoofdtrainer in de Eredivisie. ‘Ik ben ongetwijfeld niet de netwerkkoning die iedereen de hele dag in de problemen brengt.’
Een ezel raakt doorgaans niet twee keer aan dezelfde steen, maar bij SC Heerenveen blijken ze veel beter te leren dan het trekdier uit het bekende gezegde. Het team van Robin Veldman verloor dit seizoen door late tegendoelpunten al goede resultaten tegen FC Groningen (2-1 nederlaag), Go Ahead Eagles (2-2) en FC Utrecht (2-2) en vrijdagavond ging het opnieuw mis thuis tegen NAC Breda. Wanneer Heerenveen met een late 3-2 voorsprong virtueel op de zesde plaats stond, scoorde Oliver Braude de bal zomaar tijdens een inworp in de eigen helft. NAC kreeg hierdoor nog een mogelijkheid om een aanval te starten, wat leidde tot de 3-3 van Mohamed Nassoh. Vrijwel direct daarna maakte scheidsrechter Martin van de Kerkhof een einde aan de wedstrijd.
De supporters van Heerenveen op de tribunes van het Abe Lenstra Stadion toonden hun frustratie over de laat scorede tegengoal op een duidelijke manier. Veldman had dat goed in de gaten. ‘Die mensen vragen ook: Wat zijn jullie bezigheden? "Ja, dit is werkelijk ongelooflijk...", riep de trainer na het verlies van punten tegen NAC, wat heeft geleid tot het feit dat zijn team na tien speelronden nog steeds in de rechterhelft van de ranglijst blijft staan. ‘Volgens mij hebben we met die late tegendoelpunten inmiddels al zes of zeven punten verloren. Dat maakt een verschil van vijf of zes posities op de ranglijst. Dat is wat het meest pijn doet.
Heerenveen heeft tot dusver meer aanknopingspunten dan punten voor de stand verzameld. De blauw-witten ontvingen al best wat complimenten voor het vertoonde voetbal, en terecht, maar de conclusie is wel dat dit te weinig heeft opgeleverd. Vooral de seizoenstart viel qua resultaten vies tegen, met geen enkele overwinning uit de eerste vijf duels. Daarna volgde een reeks waarin het beter ging, voordat de late tegengoal van NAC vrijdag dan weer een punt achter de Friese opmars zette. En dus zit Veldman met gemengde gevoelens, wanneer hij de eerste balans opmaakt.
Uit de eerste vijf speelronden haalden jullie maar twee punten; uit de vijf daarna elf. Wat is er veranderd?
‘Eigenlijk niet zo veel, in ieder geval niet in de manier waarop we spelen. In die eerste weken van het seizoen zijn we als club, staf en selectie heel rustig gebleven en hebben we ons gewoon vastgehouden aan waar we mee bezig waren. Toen ik hier in maart werd aangesteld, hadden Johan Hansma (technisch manager, red.) en ik in aanloop daarnaartoe al een heel plan gemaakt over hoe we Heerenveen willen zien voetballen. Dan gaat het over intensiteit, creativiteit, de dynamiek van spelen, noem het allemaal maar op. Daar ga je mee aan de slag en daar zijn we niet van afgeweken. De data gaven ons ook helemaal geen reden om dat te doen: de cijfers, in combinatie met ons eigen voetbalverstand, vertelden ons al dat het allemaal wel aardig klopte wat we deden, maar dat er alleen nog resultaat aan gekoppeld moest worden.’
U zal er vast moe van zijn geworden om iedere week over de vele expected goals te beginnen in de kleedkamer, terwijl dat nauwelijks wat opleverde.
‘Dat is meer iets extern geweest, want in de kleedkamer hebben we het nooit zo over die expected goals of expected chances gehad. Natuurlijk krijgen we die statistieken wel mee, en het is een soort bevestiging dat je de juiste koers vaart, maar het gaat om de resultaten, en daar zijn we constant heel bewust mee bezig geweest. Dat verklaart ook mijn woedeaanval na de wedstrijd tegen FC Utrecht, waar we een voorsprong in de slotfase nog weggaven (2-2), en na de wedstrijd tegen NAC zat ik met diezelfde boosheid. Je moet in die slotfases dodelijk zijn, maar ook slim; met slimmigheidjes die wedstrijd uitspelen. Dat dit ons te vaak niet lukt, is de jeugdigheid die nog af en toe in onze selectie zit. Daar groeien we in, maar dat moet echt nog wel verder verbeteren.’
Een ervaren speler gaf juist niet thuis in de eerste weken van dit seizoen. Was het een fout om met Andries Noppert op doel te beginnen?
‘Zo zie ik dat niet, ik sta nog steeds volledig achter die beslissing. In de voorbereiding zagen we een stijgende lijn bij Andries en in onze laatste oefenwedstrijd, tegen Olympiakos, speelde hij heel goed. Dat was voor ons de bevestiging dat we met Andries van start moesten gaan. Tegelijk wilden we Bernt (Klaverboer, red.), die veel talent heeft maar nog aan de Eredivisie moest wennen, de tijd geven om zich rustig verder te ontwikkelen. Stel dat we toen wel direct voor Bernt hadden gekozen, dan weet je nooit hoe een jonge keeper reageert op dit niveau. Dat soort dingen neem je ook mee. Hoe het nu is gegaan; dat hadden we natuurlijk niet zo gepland, maar ik ben nu vooral heel blij met hoe Bernt het doet.’
Hoe is het nu met Andries?
‘Uiteraard is er teleurstelling bij hem, maar ik ben heel trots op hoe hij hiermee omgaat. Toen ik hem vertelde dat ik een keeperswissel zou doorvoeren heeft hij daar heel rustig op gereageerd en me bedankt voor de eerlijkheid en de manier waarop het werd gecommuniceerd. We hebben Andries die dag verder vrij gegeven en hij is daarna heel vrolijk, positief en supportive naar Bernt en Nordin Bakker toe bij de club teruggekomen. Het is geen prettige situatie voor hem, maar we zitten wel in een situatie dat we prettig kunnen werken met het keepersgroepje. Dat is heel fijn.’
'Ik wilde meer competitie in ons team, de concurrentie moest toenemen'
Ligt Heerenveen momenteel op schema?
‘Op basis van de punten vind ik dat niet, want we hadden er in die eerste vijf wedstrijden meer verdiend en hebben ook tegen NAC twee punten door eigen schuld weggegeven, maar als je het hebt over het voetbal dat we laten zien, dan denk ik wel dat je dat kan zeggen, ja. We zien spelers individueel beter worden en dat maakt ons ook als team sterker. Daarbij zijn bepaalde dingen ook samen gevallen, zoals bijvoorbeeld ons nieuwe centrale verdedigingsduo, met Joris van Overeem en Maas Willemsen. Dat is dan de onvoorspelbaarheid van het voetbal, maar als je verder kijkt naar de vastigheden en de afspraken die worden nagekomen, dan ben ik daar wel heel gelukkig mee. Bij Feyenoord speelden we onze minste eerste helft, qua hoe dominant we konden zijn, en thuis tegen Excelsior was het heel moeilijk omdat je tegen een heel laag blok uitkwam, maar over het algemeen hebben we de openheid en de dynamiek van ons spel wel steeds zien terugkomen. Dus dat stemt tevreden.’
Is dit Heerenveen sterker dan het Heerenveen waar u in maart bij instapte?
‘We hebben in ieder geval laatst weer eens een uitwedstrijd gewonnen, dus dat is al positief. Eerder hebben we ook al laten zien dat we uitwedstrijden hadden kúnnen winnen, bij Feyenoord en FC Utrecht. Toen ik hier kwam, begon ik met een uitwedstrijd bij FC Utrecht en toen heb ik nooit het gevoel gehad dat we zouden gaan winnen. Het verschil tussen toen en nu vind ik vooral de herkenbaarheid van het elftal. De manier waarop we aanvallen en verdedigen, de agressiviteit, het lef dat we tonen… Dan zie ik wel een ander Heerenveen dan het team uit maart. Een sterker Heerenveen, ja. Maar daar is de afgelopen transferwindow natuurlijk ook een belangrijke schakel in geweest.’
Wat was voor die window het voornaamste streven?
‘Ik wilde vooral meer competitie in ons team. Het was echt niet nodig om iedereen te vervangen, maar er moest wel meer concurrentie komen. Daarbij hebben we ook goed gekeken naar de leeftijden van de spelers, voor wat meer ervaring en leiderschap. Ik denk dat we goed geslaagd zijn in de zomer. Achterin zijn alle posities dubbel bezet, voorin zouden we ons nog wel graag willen versterken met een extra vleugelaanvaller. Op het middenveld dachten we ook alles goed bezet te hebben, maar toen raakte Levi Smans helaas zwaar geblesseerd.’
Zijn vervanger doet het niet onaardig.
‘Eigenlijk wil ik Ringo Meerveld niet de vervanger van Levi noemen, want we wilden Ringo ook al graag hebben toen Levi nog niet geblesseerd was. Hij stond al langere tijd heel hoog op ons lijstje, maar bleek pas laat in de window financieel haalbaar. Natuurlijk ben ik heel blij dat hij er is. Toen Ringo hier binnenkwam had hij al tien maanden niet meer gewonnen; dat had toch wat met zijn zelfvertrouwen gedaan. Maar als je de laatste tijd weer naar zijn dribbels kijkt, naar hoe moeilijk hij van de bal te krijgen is… Ja, Ringo moet ook nog dingen beter doen, bijvoorbeeld in het verdedigende aspect en in de diepte loopacties, maar besef waar hij vandaan komt. Ik denk dat hij al een hele mooie bijdrage levert voor ons.’
De bijdrage van een andere nieuwkomer, Amourricho van Axel Dongen, valt vooralsnog tegen.
‘We wisten vooraf dat het bij Amourricho wat langer ging duren. Die jongen heeft in de afgelopen jaren heel veel blessureleed gehad en we moeten vooral geduldig zijn met hem. Onze medische staf en datawetenschapper zijn in nauw contact met de mensen van Ajax en we stemmen alles met elkaar af, om Amourricho zo goed mogelijk te kunnen helpen. Dat hij laatst weer even wegviel had echt niets met overhaasten te maken; dat was gewoon een ongelukje. Inmiddels traint hij weer mee en we rekenen erop dat hij binnen nu en een paar weken inzetbaar zal zijn. Neemt niet weg dat we er in januari alsnog een vleugelaanvaller bij zouden willen halen, want Amourricho is gehuurd van Ajax; hij vertegenwoordigt geen kapitaal voor ons. Toen ik hier jaren geleden als jeugdtrainer werkte, liepen er jongens als Oussama Assaidi, Luciano Narsingh, Miralem Sulejmani en noem ze allemaal maar op rond op de flanken. Dat is wel even wat anders.’
'Ik geloof erin dat Heerenveen de glorietijden van weleer weer kan beleven'
Het gaat in Heerenveen vaak over de glorietijden van weleer en dat de club die zo graag wil herbeleven. Is dat wel mogelijk?
‘Ja, daar geloof ik wel in. Die topspelers die hier hebben gespeeld kwamen ook niet binnen als topspelers: Klaas-Jan Huntelaar werd weggehaald bij AGOVV, Alfred Finnbogason bij Lokeren, et cetera. Natuurlijk, het voetballandschap is sindsdien veranderd, en de financiële achterstand van Heerenveen op andere clubs is ook opgelopen, maar deze club blijft een enorme aantrekkingskracht hebben op spelers die zich willen ontwikkelen. Marcus Linday kon in januari echt naar veel clubs toe, maar koos bewust voor Heerenveen. Met het juiste gesprek en het juiste plan kan je dit soort spelers nog steeds overtuigen om hierheen te komen. En met het volgen van dat plan moeten we er dan voor zorgen dat we als club weer de volgende stap kunnen zetten.’
Hoe zet u zelf de volgende stappen in uw ontwikkeling als hoofdtrainer?
‘Ten eerste reflecteer ik veel met Johan en Ferry (de Haan, algemeen directeur, red.) en daarnaast kijk ik veel om me heen. Voor je licentie moet je in drie jaar tijd vijftien punten halen, maar ik zit nu al op twintig, omdat ik veel dingen opzoek die dicht bij mij liggen. Anderhalve maand geleden zat ik nog in Zeist, voor een cursus van Leon van Wely van de Special Forces. Dat ging over hoe je samenwerkt met specialisten. Bij hem gaat dat dan over iemand die een bom kan ontmantelen en bij mij om een set pieces-coach, maar je leert over het opbouwen van een relatie. Binnenkort zit ik ook weer in België voor een presentatie over de trends in de Champions League. Zo blijf je bij en kom je ook steeds weer mensen tegen waar je wat mee praat. Daar moet ik het sowieso meer van hebben, want ik ben zeker niet de netwerkkoning die iedereen de hele dag platbelt.’
Waar kunt u nog in groeien?
‘Dat zal genoeg zijn, maar het belangrijkste is de juiste keuzes blijven maken. Daar kijk je iedere keer weer kritisch naar, al is dat ook gewoon de ervaring die je moet opdoen. Ik had het er laatst toevallig nog over met de leercoach van Henk Brugge, mijn assistent die nu de opleiding UEFA PRO volgt. Hij vroeg aan mij: “Wat moet Henk nog aangeboden krijgen?” Tsja, honderd Eredivisie-wedstrijden, maar die ben ik zelf ook nog aan het ondergaan. Als je Ron Jans of Henk de Jong een bepaalde vraag stelt, krijg je eerder terug van: Ik zou het zo en zo doen. Die hebben alles al eens meegemaakt en kunnen dan ook gemakkelijker ergens op reageren. Ik ben daar nog op weg naartoe, zal soms vast nog weleens tegen dingen aanlopen. Trainer zijn is wat mij betreft zeker een ervaringsvak, ja.’
Zaterdag wacht Ajax-uit. Is dat nog een speciaal duel voor u?
‘Mwoah… Ik heb er vier jaar in de jeugdopleiding gewerkt en ik ken daar nog heel veel mensen, dus zo bezien is het wel leuk, maar ik leef er verder niet op een heel andere manier naartoe, nee. Ook daar moeten we gewoon weer voor een resultaat gaan spelen.’
Is het uw wens om ooit als hoofdtrainer terug te keren bij Ajax?
‘Het is mijn ambitie om uiteindelijk in de Champions League te werken. Vorig jaar heb ik met Club Brugge de Youth League en de Champions League meegemaakt en dat vond ik zo speciaal… Dan zat ik op Celtic Park of in San Siro, en dan hoor je die tune, kijk je om je heen, zie je die kwaliteit van de spelers… Dáár wil ik zelf ook heel graag naartoe.’
Zo is de ambitieloze jeugdtrainer toch opeens een coach met wilde dromen geworden.
‘Toen ik hier bij Heerenveen trainer was van de Onder-13 hoefde ik niet zo nodig weg, inderdaad. Maar toen kwam Ajax, met de vraag of ik de Onder-14 wilde komen trainen. Dat leek me niet zo’n grote stap, dus toen heb ik dat maar gedaan. Vervolgens werd ik doorgeschoven naar de Onder-16, dat een gouden lichting had waarmee we lachend kampioen van Nederland werden, en toen kon ik opeens trainer van de beloftenploeg van Anderlecht worden. Dat is allemaal zo gelopen, maar ging op een gegeven moment wel heel snel: in vier jaar tijd zat ik opeens in het kantoor van Vincent Kompany en werkte ik in het betaald voetbal. Ging allemaal gepaard met groei, natuurlijk. Bij Anderlecht ben ik later nog interim-trainer van het eerste elftal geweest en dan maak je dingen mee die je ambitie wel aanwakkeren. Eerst reed ik in de jeugd bij Heerenveen met een eigen busje naar de wedstrijden toe; nu gingen we met een chartervlucht naar Europese uitwedstrijden en stond ik in volle stadions te coachen. Dat was echt gaaf om mee te maken en toen heb ik ook besloten om er écht vol voor te gaan. Ik heb mijn diploma gehaald en nu ben ik 39 jaar oud en hoofdtrainer in de Eredivisie.’
'Ik denk dat ik goed op weg ben om mijn ambitie waar te maken'
Ook u ligt op schema, bedoelt u?
‘Ik denk dat ik goed op weg ben om mijn ambitie waar te maken, ja. Tegelijkertijd heb ik een hoop coaches ten onder zien gaan aan hun eigen ambitie of de instabiliteit van een club. Dat is een valkuil, maar ik heb het gevoel dat we hier bij Heerenveen aan een stabiele club werken, dat ik zelf stabiel ben én dat we bezig zijn met een stabiele selectie, waarmee we de ambitie van mijzelf én de club waar kunnen maken. Stap voor stap bouwen we zo verder en dan zullen we wel zien waar dat gaat eindigen. Laten we er voor nu gewoon een mooi seizoen van gaan maken met elkaar. En laten we vooral hopen dat het nu eens klaar is met die late tegendoelpunten die ons zo veel punten kosten.’